Inhoud
Ons lichaam
De sympto-thermale methode
Interpetatie van de waarnemingen.
Het zelfonderzoek van de baarmoederhals
en andere verschijnselen in de cyclus
Betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning
Kinderwens
|
Betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning
Van de 100 vrouwen die regelmatig zonder voorbehoedmiddel gemeenschap hebben, worden er binnen een jaar 70 tot 80 zwanger. Als deze vrouwen echter een contraceptiemiddel gebruiken, dan wordt de kans op een zwangerschap sterk verminderd, soms zelfs bijna onwaarschijnlijk. Honderd procent betrouwbaar is echter geen enkele methode.
Hoe wordt de betrouwbaarheid van een geboorteregelingsmethode gemeten?
De betrouwbaarheid van een geboorteregelingsmethode wordt meestal in de vorm van de Pearl-index uitgedrukt. De Pearl-index geeft aan hoeveel zwangerschappen optreden, als een bepaalde methode gedurende 100 zgn. vrouwjaren (1 vrouwjaar = 12 cycli), dat wil zeggen 1200 cycli lang gebruikt wordt. Zo vertelt een Pearl-index van 2 ons bijvoorbeeld dat er 2 ongeplande zwangerschappen op 1200 cycli (100 �vrouwjaren�) zijn opgetreden. Is de Pearl-index daarentegen bijv. 0,5, dan treedt slechts een ongeplande zwangerschap op 2400 cycli (200 �vrouwjaren�) op. De betrouwbaarheid van een gezinsplanningsmethode hangt van twee factoren af: enerzijds van de methode zelf, anderzijds van de persoon die de methode gebruikt. Daarom onderscheidt men methodezekerheid en gebruikerszekerheid.
Voor het bepalen van de gebruikerszekerheid worden alle ongeplande zwangerschappen in beschouwing genomen, ook degenen die door een verkeerde toepassing zijn ontstaan (bijv. vergeten de pil in te nemen, of bij Natuurlijke Gezinsplanning gemeenschap in de vruchtbare periode).
Om de methodezekerheid te bepalen worden enkel die ongeplande zwangerschappen beschouwd, die ondanks een correct gebruik van de methode zijn ontstaan (bijv. ondanks dagelijkse pilinname of bij Natuurlijke Gezinsplanning geen gemeenschap in de vruchtbare periode).
Hoe betrouwbaar is Natuurlijke Gezinsplanning bij correct gebruik?
Wanneer een echtpaar zich strikt aan de regels houdt, is de kans op zwangerschap zeer laag. Bij de sinds 1984 aan de universiteit van Dusseldorf lopende betrouwbaarheidsstudie werden tot nog toe bij 7169 cycli slechts 3 ongeplande zwangerschappen vastgesteld, die te wijten zijn aan het falen van de methode. Dit komt overeen met een methodezekerheid van 0,5 (Pearl-index), Daarmee ligt de betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning bij correct gebruik tussen pil en spiraal. De drie zwangerschappen ontstonden door gemeenschap in de door de methode gedefinieerde onvruchtbare fase aan het begin van de cyclus. Dit is ook de reden, waarom sommige echtparen, die een methodezekerheid wensen die dicht bij nul ligt, gemeenschap tot de onvruchtbare periode na de eisprong beperken.
Welke factoren beïnvloeden de betrouwbaarheid?
De betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning is in hoge mate afhankelijk van het gedrag van het echtpaar. De eerder vermelde studie over de betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning gaf een gebruikerszekerheid op van 2,3 tot 2,1* (Pearl-index) met 13 ongeplande zwangerschappen op 7169 cycli. Bij 10 van deze zwangerschappen vond gemeenschap plaats in de vruchtbare periode. De meeste ongeplande zwangerschappen ontstaan doordat een paar zich niet aan de regels houdt en bewust gemeenschap heeft in de vruchtbare periode. Velen �riskeren� het gewoon eens, vooral aan het begin van de vruchtbare periode, waarbij ze zich ervan bewust zijn dat de kans om zwanger te worden in deze eerste dagen nog niet zo hoog is. De kans op zwangerschap stijgt des te sneller, naarmate de eisprong dichterbij komt. Na de eisprong valt de kans op zwangerschap snel terug en is in de hoge temperatuurfase praktisch nul (Afbeelding 52).
 Afbeelding 52: De verandering van de kans op zwangerschap in relatie met het tijdstip van de eisprong.
De betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning hangt verder ook sterk af van de motivatie van beide partners om een zwangerschap te vermijden. Of de partners het hierover eens zijn en of ze zich open en eerlijk kunnen uiten over hun seksualiteit en gezinsplanning, zijn andere, voor de betrouwbaarheid beslissende aspecten.
Het is natuurlijk heel belangrijk dat de vruchtbare periode juist bepaald wordt. In de eerder vermelde studie beschouwden sommigen zich per vergissing als onvruchtbaar, doordat ze de methoderegels verkeerd hadden geïnterpreerd. Het gevaar bestaat dat bij het leren van de methode misverstanden en onduidelijkheden optreden, die de zekerheid van de interpretatie beïnvloeden.
Samenvattend kan worden gesteld dat de hier beschreven sympto-thermale methode heel betrouwbaar is. Welke betrouwbaarheid een echtpaar in de dagelijkse praktijk bereikt, ligt in handen van het echtpaar zelf.
Wat is het verschil tussen Natuurlijke Gezinsplanning en andere natuurlijke methoden?
In tegenstelling tot de eerder genoemde cijfers zijn de bij de bevolking bekende cij fers over de betrouwbaarheid van de natuurlijke geboorteregeling duidelijk slechter. Deze dateren nl. van onderzoeken van andere en oudere natuurlijke methoden zoals bijv. Ogino-Knaus of Billings, die wezenlijk van de Natuurlijke Gezinsplanning-methode verschillen.
Bij de in dit boek voorgestelde sympto-thermale methode gaat het om een combinatiemethode, waarbij de verschillende symptomen elkaar aanvullen en bevestigen. Door de waarneming van meerdere symptomen wordt de cyclus beter interpreteerbaar, de interpretatie betrouwbaarder en handiger toe te passen. De hoge betrouwbaarheid van Natuurlijke Gezinsplanning wordt bereikt, doordat steeds twee van elkaar onafhankelijke criteria het begin en het einde van de vruchtbare periode aanduiden.
Bij het begin van de vruchtbare periode is dit de min-8-regel of de 5-dagen-regel in dubbele controle met het cervixslijm, bij het einde van de vruchtbare periode is dit de basale lichaamstemperatuur in dubbele controle met het cervixslijm. De waarneming van het cervixslijm kan zonder betrouwbaarheidsverlies door het onderzoek van de baarmoederhals worden vervangen. Men bereikt geen extra zekerheid door naast de temperatuur zowel het cervixslijm als de baarmoedermond waar te nemen. Daarentegen zou de betrouwbaarheid sterk dalen wanneer uitsluitend het cervixslijm en/of de baarmoederhals gebruikt zou worden om het begin en einde van de vruchtbare periode te bepalen (uitgezonderd de borstvoedingsperiode).
|